De Yang stijl
Binnen de T’ai Chi zijn er meerdere “vormen”, stijlen genoemd. De T’ai Chi Chuan School Kennemerland geeft cursussen in de Yang stijl. Deze stijl kenmerkt zich in zijn zachte vloeiende bewegingen bij een gelijkblijvende snelheid. De Yang stijl heeft zijn oorsprong bij meester Yang-Lu-Ch’ an. Deze meester leefde in de negentiende eeuw in China. Zijn vader ondekte al snel het talent voor de vechtkunsten in zijn zoon en stuurde hem naar meester Lui. Deze meester leerde hem de vormen van T’ai Chi, maar al snel overtrof hij zijn meester. De jonge Yang-Lu-Ch’ an is toen naar de grote meester Chen Chang-hsing gegaan, maar niet als leerling, want dat was tegen de familietradities. Als huisknecht bespiede hij de lessen van deze grote meester en oefende hij zelf, zonder gezien te worden. Op een dag zag de grote meester zijn knecht oefenen en besloot te breken met de traditie waardoor Yang-Lu-Ch’ an les kreeg van de grote meester. Na vele jaren op deze school te hebben gezeten, was Yang-Lu-Ch’an een absolute meester en keerde terug naar zijn geboorteplaats om de vechtkunsten te onderwijzen. Een van zijn studenten heeft hem later overgehaald om zijn kunsten in Peking uit te dragen waar hij ook een school heeft geopend. De Yang stijl dankt zijn naam aan zijn meester en staat voor “onoverwinnelijk”, daar hij nooit een gevecht verloor. Zijn zonen hebben deze stijl verder verspreid en wordt nu over de gehele wereld beoefend. Dit is natuurlijk de geschiedenis in een notendop. Voor een uitgebreide lezing, klik hier voor een (engelse) versie.
De filosofie van Yin – Yang
Het Yin heeft betrekking op de aarde en de Yang heeft betrekking op de hemel. Yang is het mannelijke, aktieve, warme, voortbrengende, lichte beginsel. Yin is het vrouwlijke, passieve, koude, ontvangende, donkere beginsel. Ze zijn componenten, die elkaar aanvullen en geen tegenstellingen die elkaar bestrijden. Bij de wetmatige opeenvolging lossen zij elkaar immers af en verwekken door hun samenwerking alle verschijnselen in de kosmos. Zo wordt uit hun strijden en elkaar afwisselend domineren, de wisseling der jaargetijden verklaard. Het Yang bereikt zijn hoogtepunt in de zomer, neemt in de herfst af en laat in de winter aan yin de voorrang. Yin verliest in het voorjaar langzamerhand de macht en Yang kan weer naar een hoogtepunt (de zomer) toewerken. Zo gaat het ook met licht en duisternis (dag en nacht).
Het Symbool.
De beide oerkrachten Yin en Yang, die hun macht manifesteren in de voordurende wisseling van positief en negatief, kracht en stof, hemel en aarde, warmte en koude enz. zijn op hun beurt weer de beide delen van het Al-ene, het steeds veranderende zijnde. Het in elkaar grijpen en naast elkaar bestaan van Yang en Yin in het Al-Ene (Tao) wordt in het T’ai Chi symbool (de dubbele vis) gesymboliseerd. Het T’ai Chi symbool stelt de toestandvan het universum voor op het moment dat de positieve en de negatieve oerkracht uiteen zijn gegaan. we zien dat Yin en Yang niet absoluut zijn (in ieder Yang zit Yin en omgekeerd).